Benjamin Herman, altsaxofoon;
Anton Goudsmit, gitaar;
Ernst Glerum, bass;
Joost Kroon, drums.
Het is tweeduizendzeven, geniet van het leven!
Dat is dan ook precies wat er gebeurt op het podium. Er wordt veel plezier gemaakt en dat enthousiasme slaat over op het publiek.
Benjamin Herman speelt met zijn quartet één van de laatste concerten van zijn VPRO/Boy Edgar Prijs Tour. Je zou kunnen zeggen dat de heren muzikanten ondertussen heel goed op elkaar ingespeeld zijn. Een gevoel dat het concert routineus wordt afgewerkt krijg je echter zeker niet mee.
Bandleider, arrangeur, componist, saxofonist Benjamin Herman schotelt een consistente hutspot van diverse muziekstijlen voor. Blues, bop, ballad, avantgarde, improvisaties, foxtrot, ‘cocktailjazz’ worden op natuurlijke manier afgewisseld en leveren een spannend en boeiend programma. De meeste muziek is afkomstig van zijn CD “The Itch”. Een van de eerste nummers heet Arachibutyrophobia. De titel staat synoniem voor de ziekelijke angst dat pindakaas aan je verhemelte blijft kleven. De fobie levert in ieder geval een mooi uptempo nummer op met mooie sax- en drumsoli en een diende rol (als klevende pindakaas?) van bass en gitaar.
Het wondermooi uitgevoerde nummer Left Shoe, Right Shoe is een compositie van Ernst Glerum en laat horen hoe een balad moet klinken. Pianist/bassist Ernst Glerum bespeelt zittend strijkend en plukkend zijn contrabas. Via zijn website kun je overigens een aantal prachtige filmpjes zien waarin de schoonheid van vorm en geluid van zijn instrument tot uiting komt (Woody Exterior , Woody Exterior).
Benjamin Herman speelt met zijn quartet één van de laatste concerten van zijn VPRO/Boy Edgar Prijs Tour. Je zou kunnen zeggen dat de heren muzikanten ondertussen heel goed op elkaar ingespeeld zijn. Een gevoel dat het concert routineus wordt afgewerkt krijg je echter zeker niet mee.
Bandleider, arrangeur, componist, saxofonist Benjamin Herman schotelt een consistente hutspot van diverse muziekstijlen voor. Blues, bop, ballad, avantgarde, improvisaties, foxtrot, ‘cocktailjazz’ worden op natuurlijke manier afgewisseld en leveren een spannend en boeiend programma. De meeste muziek is afkomstig van zijn CD “The Itch”. Een van de eerste nummers heet Arachibutyrophobia. De titel staat synoniem voor de ziekelijke angst dat pindakaas aan je verhemelte blijft kleven. De fobie levert in ieder geval een mooi uptempo nummer op met mooie sax- en drumsoli en een diende rol (als klevende pindakaas?) van bass en gitaar.
Het wondermooi uitgevoerde nummer Left Shoe, Right Shoe is een compositie van Ernst Glerum en laat horen hoe een balad moet klinken. Pianist/bassist Ernst Glerum bespeelt zittend strijkend en plukkend zijn contrabas. Via zijn website kun je overigens een aantal prachtige filmpjes zien waarin de schoonheid van vorm en geluid van zijn instrument tot uiting komt (Woody Exterior , Woody Exterior).
Gretsch uit 1953
Do the roach is een blues geschreven voor guitarist Anton Goudsmit. De zeer beweeglijke Anton Goudsmit heeft op het podium duidelijk fysiek de meeste ruimte nodig. Op sommige momenten lijkt hij zelfs in gedachten boven het podium uit te stijgen als hij de snaren van zijn Gretsch uit 1953 laten gieren en snerpen.
Het stuk M.M., opgedragen aan Misha Mengelberg, biedt ruimte voor improvisatie en overtuigend slagwerk. Met stokken, brushes, handen, voeten en ellebogen bespeelt Joost Kroon alle kanten van het 4-delige drumstel. Een bassdrum, snaredrum, hihat en een crashbekken: meer is er niet nodig!
Would I love you, love you, love you is een serieuze slijper voor op de dansvloer. Voor Benjamin Herman roept het de beelden op van een naar liefde hunkerende Doris Day toen zij dit nummer ooit zong met het orkest van trompettist Harry James. Bij het als toegift afsluitende The Itch deelt de Boy Edgar Prijs winnaar 2006 een recente persoonlijke droomervaring met het publiek. Het nummer wordt opgedragen aan collega Candy Dulfer.
Would I love you, love you, love you is een serieuze slijper voor op de dansvloer. Voor Benjamin Herman roept het de beelden op van een naar liefde hunkerende Doris Day toen zij dit nummer ooit zong met het orkest van trompettist Harry James. Bij het als toegift afsluitende The Itch deelt de Boy Edgar Prijs winnaar 2006 een recente persoonlijke droomervaring met het publiek. Het nummer wordt opgedragen aan collega Candy Dulfer.